Zien lezen, doet lezen

‘Als vroeger de klas aan het stillezen was, ging ik ondertussen administratieve dingen doen. Of ik ging kinderen helpen met dingen. De klas werd onrustig en ik was constant aan het corrigeren.’

‘Tegenwoordig lees ik tijdens het stillezen een eigen boek. Soms een boek voor volwassenen en soms een boek voor kinderen. Na het stillezen praat ik wel eens over mijn boek en nodig ik kinderen uit over hun boek te praten (zonder ze hiertoe te dwingen). Kinderen zien zo dat lezen voor iedereen leuk is en dat het mij zaken oplevert: een spannend verhaal, ontspanning, kennis etc. 

‘Ik geloof niet zo in boekbesprekingen en andere presentatiefrutsels’ – Bertus

Daarnaast ben ik een fervent voorlezer. Zo maken kinderen kennis met nieuwe boeken en zullen ze sneller zelf een boek pakken. Lezen is eigenlijk de hele dag door aanwezig. In mijn klas zijn ook altijd en overal boeken aanwezig.

Ik geloof niet zo in boekbesprekingen en andere presentatiefrutsels. Mijn doel is om ze te laten lezen, niet te laten presenteren. Sommige kinderen zijn als de dood voor boekbesprekingen, en dat lijkt me nu net een averechts effect van wat je beoogt.’